Het doel van een aanvullend pensioenplan is het wettelijke pensioen van de werknemers aan te vullen om hun levensomstandigheden bij pensionering te verbeteren.
Hier zijn de antwoorden op de meest gestelde vragen:
Het aanvullend pensioenplan is een voordeel dat je werkgever tijdens je loopbaan bij hem voor jou financiert.
Dit voordeel zal in de vorm van een kapitaal bij je pensionering (of bij je overlijden indien dit vóór de pensioenleeftijd plaatsvindt) worden uitbetaald. Onder bepaalde voorwaarden kun je ervoor kiezen dit kapitaal te vervangen door lijfrenten.
Het doel van dit aanvullend pensioenplan is je wettelijk pensioen, als het zover is, aan te vullen.
Het schema hieronder toont de verschillende betrokken partijen (interveniënten):

De pensioeninstelling die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de toezegging is:
Ethias Pension Fund OFP
Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening erkend op 30 mei 2017
Identificatienummer: 50621
Ondernemingsnummer 644.695.949
Rue des Croisiers, 24
4000 Liège
Ethias Pension Fund OFP, hierna “het Fonds” genoemd, is erkend om aanvullende pensioenplannen te beheren in België door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (de "FSMA"), die de bevoegde toezichthoudende instantie op dit gebied is.
-
Het Fonds:
- ontvangt de werkgeversbijdragen (= de financiering van het plan);
- beheert de reserves (reeds gespaard bedrag) van de aangeslotenen;
- betaalt het aanvullend pensioenkapitaal aan de aangeslotenen en, in geval van overlijden, het kapitaal overlijden aan de begunstigden.
De aangeslotenen zijn de contractuele personeelsleden van de werkgever die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden.
Indien de aangeslotene overlijdt vóór de pensioengerechtigde leeftijd komt het kapitaal toe aan zijn of haar begunstigden
Je bent aangesloten bij het pensioenplan als je in de aansluitingscategorie, zoals vastgelegd in het pensioenreglement, valt.
Je wordt aangesloten op de dag waarop het plan in werking treedt(*) of, als je na die datum in dienst bent getreden, onmiddellijk bij je indiensttreding.
Je aansluiting gebeurt automatisch op basis van de gegevens die je werkgever ons bezorgt of die we ontvangen van de socialezekerheidsinstellingen, zoals het geval is voor het aanvullend pensioenplan voor contractuele personeelsleden van de Provinciale en Plaatselijke Overheden (PPO).
Je hoeft dus zelf niets te doen.
(*) als je indienst was op het moment dat het pensioenplan werd opgezet, heb je het recht om de aansluiting te weigeren zonder mogelijkheid om dit later te herroepen.
De bijdragen die je werkgever betaalt om de uitkeringen in uw voordeel te financieren bij pensionering worden berekend op basis van je loon en volgens de formule die in het pensioenreglement is vastgelegd. Dit pensioenreglement is op enkelen aanvraag beschikbaar bij je werkgever.
Het plan voorziet in de uitkering van een kapitaal op het moment van de effectieve pensionering.
In de plannen van het type “vaste bijdragen” komt dit kapitaal overeen met de kapitalisatie van de door de werkgever betaalde bijdragen zoals voorzien in het pensioenreglement.
De gemiddelde jaarlijkse rentevoet die voor deze kapitalisatie wordt gebruikt, kan niet lager zijn dan het door de Wet betreffende Aanvullende Pensioenen vastgestelde minimumrendement, dat is 2,50% vanaf 1 januari 2025 (1,75% tot 31/12/2024).
Deze rentevoet zou in de toekomst kunnen variëren tussen minimum 1,75% en maximum 3,75%, afhankelijk van het rendement van de Belgische obligaties op 10 jaar.
Dit betekent dat de door de werkgever betaalde bijdragen worden belegd en elk jaar rente opleveren die de volgende jaren opnieuw wordt belegd.
Op het moment van pensionering zal het pensioenkapitaal dus overeenkomen met de gestorte bijdragen vermeerderd met een gecumuleerde jaarlijkse groei van ten minste 1,75% tot 31/12/2024 en 2,50% vanaf 1 januari 2025.
Voorbeeld:
Als uw werkgever, vanaf 1 januari 2022 en gedurende 40 jaar elk jaar een bijdrage van 1.000 euro betaalt, is het bedrag op einddatum 68.972,21€, waarvan 28.972,21€ interesten.
Het kapitaal is onderworpen aan socialezekerheidsinhoudingen en aan de bedrijfsvoorheffing op het moment van de uitbetaling.
Elk jaar stelt het Fonds een overzicht op van je aanvullende pensioenrechten, ook wel “Pensioenoverzicht”. Je ontvangt dit overzicht via je werkgever of, voor deelnemers aan het aanvullende pensioenplan van de Provinciale en Plaatselijke Overheden (PPO), via ons beveiligde platform “My Pension Account” dat toegankelijk is via de website www.ethiaspensionfund.be.
-
Je kunt je overzichten ook nog steeds per post ontvangen. Stuur je verzoek:
- per e-mail naar info@ethiaspensionfund.be
- per brief naar het adres:
Ethias Pension Fund OFP
rue des Croisiers n° 24, 4000 LUIK.
Dit document herneemt een overzicht van de betaalde bijdragen, de verworven reserves, de minimale rendementswaarborg bepaald door de Wet over Aanvullende Pensioenen (zie uitleg hieronder) en een raming van de verwachte uitkering (kapitaal) op de pensioenleeftijd.
Deze informatie alsook een hele reeks gegevens vind je ook in de Databank Aanvullende Pensioenen op www.mypension.be. Deze website wordt jaarlijks ten laatste op 31/08 aangepast met de toestand op 01/01 van het jaar.
De wet bepaalt dat het aanvullend pensioen verplicht wordt uitgekeerd op het moment van de effectieve pensionering.
De wettelijke pensioenleeftijd is momenteel 65 jaar. Vanaf 2025 is dit 66 jaar en vanaf 2030 67 jaar.
Deze wettelijke pensioenleeftijd komt niet noodzakelijkerwijs overeen met de leeftijd die je zal hebben op het moment dat je daadwerkelijk met pensioen gaat aangezien er voorwaarden zijn voor vervroegde pensionering.
Op www.mypension.be kun je te weten komen wanneer je je wettelijk pensioen kunt opnemen en vervolgens je aanvullend pensioen uitbetaald kan krijgen.
Houd er rekening mee dat je keuze van de wettelijke pensioendatum invloed heeft op het maandelijkse bedrag van je wettelijke pensioen en het belastingtarief dat zal worden toegepast op je aanvullend pensioenkapitaal.
Om je wettelijk pensioen te ontvangen, moet je een aanvraag indienen bij de Federale Pensioendienst en je werkgever hiervan op de hoogte brengen.
Het Fonds wordt via de socialezekerheidsinstellingen automatisch op de hoogte gebracht van je pensioendatum en kan de nodige stappen ondernemen zodat je over het kapitaal kan beschikken.
Je moet enkele formaliteiten vervullen, waaronder een kopie van je identiteitskaart en van je bankkaart bezorgen.
Als je blijft werken nadat je je wettelijk pensioen hebt opgenomen en dus nadat je je aanvullend pensioenkapitaal hebt ontvangen, ben je niet langer aangesloten bij het aanvullend pensioenplan van je werkgever. De Wet betreffende Aanvullende Pensioenen verbiedt immers dat de werknemers die al een wettelijk pensioen ontvangen nieuwe rechten opbouwen in een aanvullend pensioenplan.
In geval van overlijden wordt het Fonds automatisch op de hoogte gebracht via de socialezekerheidsinstellingen en neemt het contact op met de begunstigden om hen het kapitaal uit te betalen dat hen op dit moment toekomt.
Zie www.fsma.be/nl/hoe-worden-aanvullende-pensioenen-belast
De sociale bijdragen (ingehouden door het Fonds):
- RIZIV-inhouding van 3,55% van het totaal bruto kapitaal.
- Solidariteitsbijdrage van 0 %, 1% of 2% van het totaal bruto kapitaal (percentage hangt van het bedrag af):
- 2.478,95 €: 0%
- tussen 2.478,95 € en 24.789,35 €: 1%
- > 24.789,36 €: 2%
De belasting (in de vorm van bedrijfsvoorheffing ingehouden door het Fonds):
Van toepassing op het bruto kapitaal verminderd met de hierboven beschreven sociale bijdragen. Hangt van de leeftijd van pensionering af maar ook van het feit dat de persoon al dan niet actief is gebleven tot die datum, ...
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 60 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 20%
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 61 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 18%
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 62 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 16,5%
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 63 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 16,5%
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 64 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 16,5%
- Leeftijd van de betaling (van het kapitaal of van de 1e rente) = 65 jaar
- Actief gebleven tot de pensionering de laatste 3 jaar, met een volledige loopbaan van 45 jaar: 10%
- Neemt zijn/haar wettelijk pensioen op hetzelfde moment: 16,5%
- Andere gevallen (bijv. wanneer het reglement de vervroegde afkoop toelaat vóór pensioenleeftijd): 16,5%
Deze percentages worden nog vermeerderd met de gemeentelijke opcentiemen.
Om hierop te anticiperen moet het Fonds zijn inhouding verhogen (10% -> 10,09%, 16,5% -> 16,66%, 18% -> 18,17%, 20% -> 20,19%).
De eindafrekening gebeurt via je personenbelasting, afhankelijk van de gemeente waar je gedomicilieerd bent.
Voorbeeld:
Voor een werknemer die recht heeft op een pensioenkapitaal van € 10.000 bruto:
De RIZI inhouding bedraagt 3,55%, d.i. 355 €.
De solidariteitsbijdrage zal 1% bedragen, d.i. € 100.
Het overblijvende belastbaar kapitaal bedraagt € 10.000, min 355 €, min € 100, dus 9.545 €.
Als de werknemer tot het einde van zijn loopbaan effectief actief is gebleven en op 65 jaar met wettelijk pensioen gaat, bedraagt de aanslagvoet 10,09%, d.i. een belasting van 963,6 euro.
Hij/zij ontvangt een betaling van 9.545 € min 963.09 €, d.i. 8.581.91 €.
Een aanvullende gemeentebelasting, afhankelijk van je woonplaats. kan nog worden toegevoegd bij de aangifte inkomstenbelasting.
Als je ervoor kiest het kapitaal om te zetten in een rente (wanneer het bedrag van het kapitaal het toelaat), wordt het kapitaal eerst belast zoals hierboven uitgelegd.
Het overblijvende netto kapitaal wordt vervolgens afgestaan en omgezet in maandelijkse rentes. Je moet dan jaarlijks nog een roerende voorheffing van 30% betalen op een bedrag van 3% van het afgestane netto kapitaal.
De opbrengst van je aanvullend pensioenplan wordt meestal uitgekeerd in de vorm van een kapitaal uitkering.
Jijzelf of je begunstigden kunnen echter kiezen voor een betaling in de vorm van maandelijkse renten.
Er dient te worden opgemerkt dat uitbetaling in de vorm van renten alleen mogelijk is als het jaarlijkse bedrag van de rente hoger is dan 500 euro (te indexeren overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971).
De aanvraag voor een uitkering in rente moet bij het Fonds worden ingediend binnen een termijn van één maand nadat deze mogelijkheid door het Fonds is meegedeeld.
De keuze voor deze uitbetalingswijze van het aanvullend pensioen is onherroepelijk en definitief.
A. Rechten bij uittreding
Onder de Wet betreffende Aanvullende Pensioenen wordt het feit dat je je werkgever verlaat beschouwd als een "uitttreding".
In geval van uittreding kun je aanspraak maken op de verworven reserves die voor je aanvullend pensioen bij het Fonds zijn opgebouwd, zoals beschreven in punt B. hierna.
B. Keuzemogelijkheden
In geval van uittreding en als je reserve ten minste € 150 bedraagt (bedrag op 1/01/2019 geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971), heb je de volgende keuzemogelijkheden:
- je verworven reserves bij het Fonds laten zonder wijziging van de pensioentoezegging. In dat geval ontvang je je aanvullend pensioen op het moment van je pensionering en, als je hiervoor overlijdt, wordt het kapitaal overlijden (= de verworven reserve) aan je begunstigden uitgekeerd.
-
Je verworven reserves overdragen naar de onthaalstructuur.
Een onthaalstructuur is een verzekeringsovereenkomst die de inrichter van een pensioenplan (de werkgever) afsluit om specifiek de pensioenreserves te beheren van aangeslotenen die uit dienst zijn getreden en die hun pensioenreserves willen overdragen.
Deze structuur staat los van je oorspronkelijk pensioenplan, met eigen voorwaarden en bepalingen.
Als je beslist om je pensioenreserve over te dragen naar de onthaalstructuur, verlaat je dus het pensioenplan. Na de overdracht zal je pensioenreserve evolueren volgens de regels van de onthaalstructuur en niet langer volgens de regels van het oorspronkelijke pensioenplan.
Het reglement van de onthaalstructuur wordt op eenvoudig verzoek ter beschikking van de aangeslotenen gesteld door de werkgever. Met deze optie kun je kiezen voor een andere verdeling tussen het kapitaal dat betaalbaar is bij pensionering en het kapitaal dat betaalbaar is aan je begunstigde(n) in geval van overlijden;
- de verworven reserves overdragen naar een pensioeninstelling die het geheel van de winsten verdeeld onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves en de kosten beperkt volgens de regels vastgelegd door de Koning.
- de verworven reserves overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever (met inbegrip van een sectorale pensioeninstelling naargelang het geval) waarmee je een arbeidsovereenkomst hebt afgesloten, op voorwaarde dat je aangesloten bent bij de pensioentoezegging van deze werkgever (of bij het sectorale pensioentoezegging waaronder hij valt). In dit geval worden de reserves van je pensioenplan door je nieuwe pensioeninstelling ondergebracht in een onthaalstructuur zoals gedefinieerd in keuze 2. Ze zullen niet worden geconsolideerd met nieuwe reserves die je opbouwt in het plan van je toekomstige werkgever.
Bij je uittreding ontvang je een brief met de verschillende mogelijkheden. Je hebt dan 30 dagen de tijd om je keuze mee te delen.
Indien je geen keuze meedeelt, is de 1e keuze automatisch van toepassing (je reserves bij het Fonds laten).
Als het bedrag van je reserves lager is dan of gelijk is aan € 150 (bedrag op 1 januari 2019 geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971), dan worden deze reserves automatisch verder beheerd binnen de pensioeninstelling (wat overeenstemt met keuze 1).
/!\ De betaling van het aanvullend pensioen op het moment van de uitdiensttreding is wettelijk niet mogelijk. Hierop moet je wachten tot je met pensioen gaat.
C. Benoeming of functiewijziging
Als je door een functiewijziging niet langer in aanmerking komt voor het aanvullend pensioenplan, worden er voor jou vanaf de dag van de wijziging geen bijdragen meer betaald in het plan.
Voor de reeds betaalde bijdragen blijft de kapitalisatie tegen het wettelijk voorgeschreven minimumrendement gelden zolang je bij de werkgever in dienst blijft.
Het aanvullend pensioenkapitaal dat gekoppeld is aan het plan zal aan je worden uitbetaald in overeenstemming met de voorwaarden die zijn vastgelegd in de Wet op Aanvullende Pensioenen voor loontrekkende werknemers.
D. Specifiek geval van een multiwerkgeversplan
Het is mogelijk dat je vorige werkgever een multiwerkgeversplan heeft afgesloten met een andere entiteit die aan dezelfde regels is onderworpen.
In dit geval, als je nieuwe werkgever deel uitmaakt van hetzelfde plan, zal de verandering van werkgever niet resulteren in een uittreding. Je aanvullende pensioenregeling wordt voortgezet en alle rechten en plichten van de oorspronkelijke werkgever worden door de nieuwe werkgever overgenomen, inclusief de rendementswaarborg voorzien onder artikel 24 van de Wet betreffende Aanvullende Pensioenen (zie uittredingsovereenkomst bij het pensioenreglement).
Het pensioenreglement bepaalt of de financiering van het pensioenplan in deze situaties doorgaat of wordt opgeschort en onder welke voorwaarden. Daarom moet ernaar worden verwezen.
Als je vóór je pensionering overlijdt en je nog in dienst bent bij je werkgever, dan wordt het kapitaal overlijden uitbetaald aan je begunstigden als je aanvullend pensioenreglement daarin voorziet.
Als je op het moment van overlijden niet meer in dienst bent van je werkgever, wordt het kapitaal overlijden uitbetaald aan je begunstigden als je ervoor hebt gekozen om de overlijdensdekking te behouden na je uitdiensttreding.
Dit kapitaal is onderworpen aan sociale zekerheidsinhoudingen en aan de bedrijfsvoorheffing op het ogenblik van de uitbetaling en, in sommige gevallen, aan successierechten.
De rangorde van de begunstigden is vastgelegd in het pensioenreglement.
Als algemene regel is de huwelijks- of wettelijk samenwonende partner de begunstigde in rang 1, gevolgd door de kinderen en dan andere vooraf bepaalde begunstigden.
Als je niet tevreden bent met de in het pensioenreglement vastgelegde volgorde, of als je een specifieke begunstigde of begunstigden met naam en voornaam wilt aanduiden, moet je een daartoe bestemd formulier gebruiken (verkrijgbaar bij je werkgever of bij het Fonds).
Indien de begunstigde de weduwnaar, de weduwe of de overlevende echtgenoot is:
-
De sociale bijdragen (ingehouden door het Fonds):
- < 2.478,95 €: 0%
- tussen 2.478,95 € en 24.789,35 €: 1%
- > 24.789,36 €: 2%
De belasting (in de vorm van bedrijfsvoorheffing ingehouden door het Fonds):
Van toepassing op het bruto kapitaal verminderd met de hierboven beschreven sociale bijdragen.
Bedraagt 16,5%
De successierechten:
Het kapitaal moet worden aangegeven(*), maar de begunstigde hoeft geen successierechten te betalen.
Indien de begunstigde een andere persoon is:
De sociale bijdragen (ingehouden door het Fonds):
/
De belasting (in de vorm van bedrijfsvoorheffing ingehouden door het Fonds):
Bedraagt 16,5% van het totaal brutokapitaal.
De successierechten
Het kapitaal moet worden aangegeven(*) en er moeten successierechten worden betaald (behalve voor minderjarige kinderen jonger dan 21 jaar). Deze rechten worden bepaald volgens de percentages die gelden in het gewest waar de overledene gedomicilieerd is.
(*)De aangifte van het kapitaal overlijden is nodig om de daarop verschuldigde gemeentebelasting te bepalen. Het percentage van de gemeentebelasting hangt af van de gemeente waar de begunstigden wonen. Het Fonds houdt de bedragen in op het moment van betaling van het kapitaal overlijden. In de praktijk houdt het Fonds bij de uitkering van het kapitaal 16,66% bedrijfsvoorheffing (in plaats van 16,5%). De eindafrekening gebeurt via de personenbelasting, afhankelijk van de gemeente waar de begunstigden gedomicilieerd zijn.
- Echtgeno(o)t(e)
- RIZIV-inhouding: 3,55%
- Solidariteitsbijdrage: 0%, 1% of 2%
- Belastingen: 16,5%
- Successierechten Aanvullend pensioen: NEE
- Kinderen
- RIZIV-inhouding : /
- Solidariteitsbijdrage : /
- Belastingen: 16,5%
- Successierechten Aanvullend pensioen: NEE(Indien kinderen < 21 jaar)
- Overige (inclusief wettelijk samenwonende partner)
- RIZIV-inhouding: /
- Solidariteitsbijdrage: /
- Belastingen: 16,5%
- Successierechten Aanvullend pensioen: JA
Voorbeeld:
Voor een begunstigde die recht heeft op een kapitaal overlijden van € 10.000 bruto:
-
Indien de begunstigde de weduwnaar, de weduwe of de overlevende huwelijkspartner is:
- De RIZIV inhouding bedraagt 3,55%, d.i. 355 €.
- De solidariteitsbijdrage zal 1% bedragen, d.i. € 100.
- Het belaste kapitaal bedraagt € 10.000, min € 355, min € 100, dus € 9.545.
- De belasting bedraagt 16,66%, d.i. een belasting van € 1.590.
- Hij/zij ontvangt een betaling van € 9.545 min € 1.590, d.i. € 7.955.
-
In de andere gevallen:
- Er zijn geen RIZIV-inhoudingen of solidariteitsbijdragen.
- Het totale brutokapitaal van € 10.000 zal worden belast tegen 16,66%, d.i. een belasting van € 1.666.
- Het nettokapitaal (€ 10.000 min € 1.666, d.i. € 8.334) is onderworpen aan eventuele successierechten, afhankelijk van de situatie van de begunstigde ten opzichte van de overleden aangeslotene.
In beide gevallen kan een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting worden toegevoegd, afhankelijk van de woonplaats van de begunstigde(n).
De werkgeversbijdragen worden belegd in een compartiment dat is opgericht binnen het Fonds en bestemd is voor het aanvullend pensioenplan (en in bepaalde gevallen voor de werkgever).
Het vermogen van dit compartiment wordt belegd in een specifieke portefeuille in overeenstemming met de investeringsstrategie zoals bepaald in de verklaring over de principes van het beleggingsbeleid. Deze verklaring is op eenvoudig verzoek verkrijgbaar bij het Fonds.
De verklaring wordt minstens één keer om de drie jaar herzien en onmiddellijk na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid waartoe is beslist.
Zij vermeldt de methoden voor het beoordelen van de beleggingsrisico's, de risicobeheertechnieken die worden toegepast en de strategische verdeling van de activa met betrekking tot de aard en de duur van de pensioenverplichtingen.
Wat betreft de risico's op het gebied van milieu, maatschappij en governance streeft het Fonds naar een beleggingsstrategie die rekening houdt met sommige van deze factoren en naar een betere inachtneming van deze factoren bij de actualisering van zijn strategie.
Momenteel voorziet de verklaring over het investeringsbeleid reeds in duidelijke beperkingen van de investeringsvrijheid, zoals onder andere het verbod, overeenkomstig de wet van 20 maart 2007 houdende een verbod op de financiering van de productie, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen en clusterbommen, om te investeren in bedrijven waarvan de activiteiten onder die wet zouden vallen.
Wat het financiële beheer van het pensioenplan betreft, verbindt het Fonds zich ertoe, in het kader van een middelenverbintenis, de beleggingsprincipes van de door de werkgever gekozen strategie toe te passen met het oog op de best mogelijke financiële prestaties. Het Fonds verleent geen rendementsgarantie.
De activa worden belegd met inachtneming van het voorzichtigheids- en diversificatiebeginsel, in het belang van de aangeslotenen en de begunstigden, teneinde de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en de rentabiliteit van de portefeuille als geheel zoveel mogelijk te waarborgen.
Het investeringsrisico wordt volledig gedragen door de werkgever: indien het rendement dat het Fonds binnen het Compartiment behaalt, lager is dan het rendement dat de werkgever krachtens de Wet betreffende Aanvullende Pensioenen moet garanderen, moet de werkgever een bijkomende bijdrage storten aan het Fonds om het verschil bij te passen.
De Wet op de Aanvullende Pensioenen biedt de aangeslotene de garantie dat de bijdragen(*) zullen worden gekapitaliseerd tegen de door deze wet vastgestelde rentevoet, gemiddeld 2,50% vanaf 1 januari 2025 (1,75% tot 31/12/2024), gedurende de periode van aansluiting. Die minimale rendementsgarantie is ten laste van de werkgever. Er is dus geen financieel risico voor de aangeslotene.
(*) Dit betreft werkgeversbijdragen en persoonlijke bijdragen betaald in het kader van plannen van het type “Vaste Bijdragen” en de persoonlijke bijdragen betaald in het kader van plannen van het type “Vaste prestaties”.
Deze minimale rendementswaarborg wordt elk jaar herzien volgens een door deze wet vastgelegde formule die wordt gepubliceerd op de website van de FSMA. Zij is van toepassing tot de uitdiensttreding van de aangeslotene (en blijft van toepassing tot de datum van pensionering in het geval van een vaste benoeming).
Zolang de aangeslotene in dienst is bij de werkgever wordt (worden) de aangeslotene (en de begunstigde(n) van het kapitaal overlijden) dus niet beïnvloed door de rendementen van het Fonds.
Na zijn uitdiensttreding (d.w.z. nadat hij/zij de werkgever verlaten heeft) bepaalt de wet dat het hogervermelde percentage wordt vervangen door een percentage van 0%. Een aangeslotene die na zijn uitdiensttreding zijn reserves in het Fonds heeft gelaten, is dus zeker dat hij/zij op het moment van zijn/haar pensionering ten minste recht zal hebben op het bedrag van zijn/haar aanvullend pensioenkapitaal berekend op de datum van zijn/haar uitdiensttreding.
De Wet betreffende Aanvullende Pensioenen voorziet in de verplichting voor de werkgever die een aanvullend pensioenplan inricht om de financiering ervan uit te besteden aan een pensioeninstelling (een verzekeringsmaatschappij of een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening).
Deze bepaling laat toe om de activa ter dekking van de pensioenreserves van de aangeslotenen te beschermen voor zover deze op een andere balans worden beheerd dan die van de werkgever en dus worden beschermd tegen de schuldeisers van de werkgever in geval van een faillissement van de werkgever.
Daarnaast legt de Wet betreffende het toezicht op de Instellingen voor Bedrijfspensioenvoorziening zeer strikte maatregelen op voor de solvabiliteit van pensioenfondsen. Deze maatregelen worden gecontroleerd door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), waaraan het Fonds zeer regelmatig moet rapporteren. Er moet worden opgemerkt dat als het vermogen van het Compartiment ontoereikend is om het aanvullend pensioen of het overlijdenskapitaal uit te betalen, het aan de werkgever is om financieel tussen te komen.
Het overzicht van de jaarlijkse prestaties kan worden geraadpleegd in de transparantieverslagen die het Fonds aan de werkgever verstrekt. Het verslag van een jaar moet op 30 juni van het volgende jaar worden ingediend.
Je vindt meer informatie over het pensioenplan in het pensioenreglement (waarin de rechten en plichten van de werkgever, het Fonds, de aangeslotenen en de begunstigden zijn vastgelegd) en het jaarlijkse beheerverslag van het plan. Deze documenten zijn op verzoek verkrijgbaar bij je werkgever.
Voor alle andere vragen kun je ook terecht bij je werkgever.
Je kunt bij het Fonds een kopie van het investeringsbeleid van het Fonds inzake het aanvullend pensioenplan opvragen alsook de jaarrekeningen en -verslagen van het Fonds.
Voor alle andere vragen met betrekking tot het Fonds kun je contact opnemen met:
Ethias Pension Fund OFP
Rue des Croisiers 24
4000 Liège
+32 4.220 31 05
e-mail: info@ethiaspensionfund.be
website: www.ethiaspensionfund.be